MORGEN KONINGINNEDAG!
ALHOEWEL IK NIET HEEL ERG KONINGSGEZIND BEN, VIND IK HET TOCH EEN BIJZONDERE VIERING ELK JAAR!
TOCH ECHT IETS NEDERLANDS.
DIT JAAR ZAL ZEKER IN HET TEKEN VAN HERDENKEN STAAN.
DAARNAAST HOOP IK DAT HET OOK EEN FEEST VAN VERBROEDERING (EN VERZUSTERING) ZAL ZIJN!
DUS: IEDEREEN EEN FIJNE KONINGINNEDAG TOEGEWENST!
anyone who keeps the ability to see beauty never grows old - Franz Kafka
donderdag 29 april 2010
maandag 26 april 2010
zo veel brillen…
Vraag jij je ook wel eens af waarom een ander iets zo anders ziet dan jij?
Ik wel en soms vind ik het best moeilijk om te begrijpen wáárom iemand gebeurtenissen zo geheel anders bekijkt dan ik. Voor mij zijn de feiten duidelijk en helder maar voor die ander óók!
Je interpreteert gebeurtenissen natuurlijk zoals je denkt dat ze zijn. Dat doen we allemaal. Vanuit onze eigen visie, onze waarheid, ons idee. Want altijd wordt je manier van waarnemen beïnvloed door aannames die je in de loop van je leven hebt verzameld. Je kunt eigenlijk alleen maar op díe manier kijken, met je eigen persoonlijke bril op. Je bent niet écht in staat te kijken vanuit andersmans (-vrouws) perspectief, want zodra je dat probeert wordt het toch altijd weer gekleurd door je eigen persoonlijke bril. Hoe je door die bril kijkt komt voort uit je opvoeding, de cultuur rondom je, de indrukken die je hebt opgedaan in je leven, de situaties waar je in terecht kwam, etc. Dat alles geeft je je eigen unieke bril.
Die bril kun je niet zomaar af zetten (al zou je dat af en toe willen) want die bril is wie je in wezen bent. Zonder die bril zou alles voor iedereen hetzelfde zijn; zou alle diversiteit verdwenen zijn.
In het verleden hoezo verleden? dacht ik dat mijn bril de enige juiste was. Ik dacht dat het wel makkelijk zou zijn als iedereen dezelfde bril zou dragen. Geen gezeur, geen discussies maar altijd overeenstemming! Zeker toen mijn dochters pubers waren, had ik wat over gehad voor zo’n bril!
Maar dan constateerde ik (na een tijdje) ook eigenlijk altijd wel weer dat juist de diversiteit van inzichten en ideeën het leven kleurrijker maken. Boeiender, niet persé gemakkelijker!
Het is best vreemd om te moeten constateren dat we de ander niet kennen en ook nooit écht zullen leren kennen. De wereld van een ander, zelfs van onze naasten, helemaal 100% begrijpen zal wel nooit lukken.
Niet één bril is tenslotte hetzelfde.
En dat is maar goed ook!
Ik wel en soms vind ik het best moeilijk om te begrijpen wáárom iemand gebeurtenissen zo geheel anders bekijkt dan ik. Voor mij zijn de feiten duidelijk en helder maar voor die ander óók!
Je interpreteert gebeurtenissen natuurlijk zoals je denkt dat ze zijn. Dat doen we allemaal. Vanuit onze eigen visie, onze waarheid, ons idee. Want altijd wordt je manier van waarnemen beïnvloed door aannames die je in de loop van je leven hebt verzameld. Je kunt eigenlijk alleen maar op díe manier kijken, met je eigen persoonlijke bril op. Je bent niet écht in staat te kijken vanuit andersmans (-vrouws) perspectief, want zodra je dat probeert wordt het toch altijd weer gekleurd door je eigen persoonlijke bril. Hoe je door die bril kijkt komt voort uit je opvoeding, de cultuur rondom je, de indrukken die je hebt opgedaan in je leven, de situaties waar je in terecht kwam, etc. Dat alles geeft je je eigen unieke bril.
Die bril kun je niet zomaar af zetten (al zou je dat af en toe willen) want die bril is wie je in wezen bent. Zonder die bril zou alles voor iedereen hetzelfde zijn; zou alle diversiteit verdwenen zijn.
In het verleden
Maar dan constateerde ik (na een tijdje) ook eigenlijk altijd wel weer dat juist de diversiteit van inzichten en ideeën het leven kleurrijker maken. Boeiender, niet persé gemakkelijker!
Het is best vreemd om te moeten constateren dat we de ander niet kennen en ook nooit écht zullen leren kennen. De wereld van een ander, zelfs van onze naasten, helemaal 100% begrijpen zal wel nooit lukken.
Niet één bril is tenslotte hetzelfde.
En dat is maar goed ook!
donderdag 22 april 2010
Van je familie moet je het hebben...
Een collegaatje gaf me de tip het boek “Van je familie moet je het hebben” van David Sedaris te lezen. Ik mocht het meteen van haar lenen. Het bleek voor mij één van de leukste boekentips van de laatste tijd te zijn. Ik had nog niets van Sedaris gelezen maar daar gaat zeker verandering in komen na het lezen van dit boek.
David Sedaris is een Amerikaanse schrijver. Hij is een fenomeen in de Verenigde Staten: van zijn boeken zijn meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Zijn verhalen verschijnen in The New Yorker, hij leest voor op National Public Radio, en is regelmatig te zien bij David Letterman: zie video onder!
Hij heeft inmiddels een indrukwekkend aantal korte verhalen op zijn naam staan.
In “Van je familie moet je het hebben” vertelt hij o.a. over zijn volslagen gestoorde familie van Griekse afkomst. Het boek bevat een (door Aaf Brandt Corstius samengestelde en ingeleide) selectie van zijn mooiste, ontroerendste en vooral geestigste verhalen: ze gaan over de dood, over nudistencampings, over roken, over de zes tot acht zwarte mannen die Sinterklaas assisteren, over dwangneuroses, lichamelijk verval, etc.
Wat heb ik genoten van en gelachen om de maffe verhalen over die stapelgekke familie! Geweldig! Ik raad iedereen die een opkikker kan gebruiken dit boek aan als tonicum!
David Sedaris is een Amerikaanse schrijver. Hij is een fenomeen in de Verenigde Staten: van zijn boeken zijn meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Zijn verhalen verschijnen in The New Yorker, hij leest voor op National Public Radio, en is regelmatig te zien bij David Letterman: zie video onder!
Hij heeft inmiddels een indrukwekkend aantal korte verhalen op zijn naam staan.
In “Van je familie moet je het hebben” vertelt hij o.a. over zijn volslagen gestoorde familie van Griekse afkomst. Het boek bevat een (door Aaf Brandt Corstius samengestelde en ingeleide) selectie van zijn mooiste, ontroerendste en vooral geestigste verhalen: ze gaan over de dood, over nudistencampings, over roken, over de zes tot acht zwarte mannen die Sinterklaas assisteren, over dwangneuroses, lichamelijk verval, etc.
Wat heb ik genoten van en gelachen om de maffe verhalen over die stapelgekke familie! Geweldig! Ik raad iedereen die een opkikker kan gebruiken dit boek aan als tonicum!
'Wie Sedaris leest, voelt onmiddellijk een hartverwarmende vriendschap, niet alleen voor de schrijver zelf, maar ook voor zijn hilarisch-neurotische personages. Wat mij betreft is Sedaris een van de geestigste schrijvers van dit moment.'
Sylvia Witteman
'Ik zeg het niet snel, "dit moet je lezen" sterker, ik zeg nooit "dit moet je lezen" maar....dit moet je lezen!'
Marc Marie Huijbrechts
'Soms voel je je een paar dagen, maanden of jaren down. Als het leven ronduit stom is. Dan is er gelukkig nog altijd Sedaris, want hij vrolijkt op zonder de ellende te ontkennen.'
Paulien Cornelisse
zondag 18 april 2010
rondje door mijn tuin...
Ons huis heeft aan alle kanten ramen die op onze tuin en het omliggende bos uitkijken.
Dat is altijd heerlijk maar vooral in de lente is het fijn om overal om je heen het seizoen te zien ontspringen. In maart en april is het weer nog onvoorspelbaar en koude en mildere dagen lossen elkaar af. Soms loop ik de tuin in, inspecteer ons grondgebied eens even maar ga ik, verkild tot op mijn merg, snel weer naar binnen. Maar op dagen zoals deze afgelopen week koester ik me al heerlijk in het prille lentezonnetje en loop met een denkbeeldig lijstje in mijn hoofd, te genieten van alles dat uitbot en opkomt.
De natuur is meer op snelheid dan ik, moet ik constateren.
De blauwe sterhyacintjes en de bosanemoontjes zijn al op volle kracht aan het bloeien, de varens beginnen hun tongen te ontrollen en overal komen de verleden jaar geplante bodembedekkers de grond uitzetten. Ook de vroegbloeiers doen al een duit in het zakje: de schijnhazelaar, de mahonia, de maagdenpalm, de helleborussen in allerlei kleuren, de azalea’s met nog maar een paar knopjes open, ja zelfs de ordinaire forsythia voegt wat toe.
Een groot voorjaarswonder in deze zo groene tuin zijn ook de bloesems: de amandelboom, de prunus en de witte krent. Ik vul op mijn denkbeeldige lijstje in dat ik nog een magnolia wil planten. De vele rodondendrons beloven een mooie bloei.
Ik mis de laatste week één van de twee eekhoorns die hier altijd de bomen in beweging zetten. Ze roetsjen de bomen van boven naar beneden af en rennen twee-aan-twee door de tuin. Ik heb er gisteren maar eentje op de leuning van het bankje zien zitten. Zouden eekhoorns ook een burn-out kunnen hebben?
Verder naar achteren loop ik over het pad van boomschors. Op het lijstje in mijn hoofd noteer ik dat het schors aangevuld moet worden. Helemaal achter in de tuin is het echte bosgebied. Ik loop over nauwe paadjes, aan allebei de kanten meters- en metershoge stammen en ik zak hier weg in een tapijt van afgevallen naalden. Achter het bos van dennen, sparren, lariksen en hulstbomen langs naar de andere kant van de tuin: daar zie ik de judaspenningen al flink omhoog schieten en de vrouwenmantels worden langzamerhand ook ontvouwen (is dat een woord?) De dovenetel, klimop en maagdenpalm verdringen elkaar. Erbovenuit het prille groen van de hortensia’s. Die hebben geleden onder de lange koude winter en zijn behoorlijk ingevroren. Hier moeten nog een aantal bodembedekkers komen, noteer ik weer denkbeeldig.
Verder naar de andere zijtuin. Alle verleden jaar aangeplante heesters en vaste planten doen het aardig. Hier word ik wel geconfronteerd met de “dark side of my garden”. Nee, niet dat het daar donker is, integendeel. Hier tiert het onkruid welig tussen de planten; absoluut ongevoelig voor mijn behoefte aan contemplatie en bezinning dringt het zich aan me op!
Werken… niks dromerig wandelen!
Goed…maar nu nog even niet! Verder naar de voorkant van het huis.
De verleden jaar geplaatste pergola staat er kaal bij, met aan zijn voet twee zielige restanten van (paarsblauwe) clematissen. Ze zijn ook teruggevroren maar gelukkig niet dood. Op mijn lijstje worden nog twee wisteria’s en een klimroos genoteerd.
Op het grote terras aan de voorkant staat een tafeltje met een paar blauwe bistrostoeltjes, volgeladen met potten en manden kleine viooltjes in verschillende tinten blauw en wit (de kleuren van ons huis).
Hier zijn in de border een paar heesters gesneuveld en ook die moeten vervangen worden.
Zo langzamerhand krijgt het lijstje in mijn hoofd de overhand en verdwijnt de dromerige stemming waarin ik me bevond bij aanvang van de wandeling.
Ja, aanpakken geblazen natuurlijk. De natuur heeft haar eigen, simpele manier om je in evenwicht te houden!
Genieten en slenteren door je tuin? Alles goed… maar er moet ook gewerkt worden!
Ik kom weer aan bij de veranda. Hier zit ik nog even te genieten van het vooruitzicht weer buiten te kunnen borrelen en te eten of heerlijk in de ligstoelen een mooi boek te lezen (ja, als al dat tuinwerk gedaan is natuurlijk!)
Wat ben ik toch blij met dit seizoen!
Eigenlijk wel met alle seizoenen. Ze zorgen ervoor dat we alert blijven en dat we oog blijven houden voor de natuur om ons heen.
Ik ga weer naar binnen en zet mijn denkbeeldige lijst om in een van papier.
Ik zet een symfonie van Schubert op. Hij was een natuurliefhebber en een wandelaar. Ik verbeeld het me ook in zijn muziek te horen: de stuwende kracht van het voorjaar is erin te herkennen. Hij zou niet in een tropisch land geboren kunnen zijn en deze muziek gecomponeerd kunnen hebben, denk ik, terwijl ik mijn “to do” lijstje completeer.
Van aarzelende bloei tot afsterven: in de natuur zit de gehele menselijk cyclus verweven!
Dat is altijd heerlijk maar vooral in de lente is het fijn om overal om je heen het seizoen te zien ontspringen. In maart en april is het weer nog onvoorspelbaar en koude en mildere dagen lossen elkaar af. Soms loop ik de tuin in, inspecteer ons grondgebied eens even maar ga ik, verkild tot op mijn merg, snel weer naar binnen. Maar op dagen zoals deze afgelopen week koester ik me al heerlijk in het prille lentezonnetje en loop met een denkbeeldig lijstje in mijn hoofd, te genieten van alles dat uitbot en opkomt.
De natuur is meer op snelheid dan ik, moet ik constateren.
De blauwe sterhyacintjes en de bosanemoontjes zijn al op volle kracht aan het bloeien, de varens beginnen hun tongen te ontrollen en overal komen de verleden jaar geplante bodembedekkers de grond uitzetten. Ook de vroegbloeiers doen al een duit in het zakje: de schijnhazelaar, de mahonia, de maagdenpalm, de helleborussen in allerlei kleuren, de azalea’s met nog maar een paar knopjes open, ja zelfs de ordinaire forsythia voegt wat toe.
Een groot voorjaarswonder in deze zo groene tuin zijn ook de bloesems: de amandelboom, de prunus en de witte krent. Ik vul op mijn denkbeeldige lijstje in dat ik nog een magnolia wil planten. De vele rodondendrons beloven een mooie bloei.
Ik mis de laatste week één van de twee eekhoorns die hier altijd de bomen in beweging zetten. Ze roetsjen de bomen van boven naar beneden af en rennen twee-aan-twee door de tuin. Ik heb er gisteren maar eentje op de leuning van het bankje zien zitten. Zouden eekhoorns ook een burn-out kunnen hebben?
Verder naar achteren loop ik over het pad van boomschors. Op het lijstje in mijn hoofd noteer ik dat het schors aangevuld moet worden. Helemaal achter in de tuin is het echte bosgebied. Ik loop over nauwe paadjes, aan allebei de kanten meters- en metershoge stammen en ik zak hier weg in een tapijt van afgevallen naalden. Achter het bos van dennen, sparren, lariksen en hulstbomen langs naar de andere kant van de tuin: daar zie ik de judaspenningen al flink omhoog schieten en de vrouwenmantels worden langzamerhand ook ontvouwen (is dat een woord?) De dovenetel, klimop en maagdenpalm verdringen elkaar. Erbovenuit het prille groen van de hortensia’s. Die hebben geleden onder de lange koude winter en zijn behoorlijk ingevroren. Hier moeten nog een aantal bodembedekkers komen, noteer ik weer denkbeeldig.
Verder naar de andere zijtuin. Alle verleden jaar aangeplante heesters en vaste planten doen het aardig. Hier word ik wel geconfronteerd met de “dark side of my garden”. Nee, niet dat het daar donker is, integendeel. Hier tiert het onkruid welig tussen de planten; absoluut ongevoelig voor mijn behoefte aan contemplatie en bezinning dringt het zich aan me op!
Werken… niks dromerig wandelen!
Goed…maar nu nog even niet! Verder naar de voorkant van het huis.
De verleden jaar geplaatste pergola staat er kaal bij, met aan zijn voet twee zielige restanten van (paarsblauwe) clematissen. Ze zijn ook teruggevroren maar gelukkig niet dood. Op mijn lijstje worden nog twee wisteria’s en een klimroos genoteerd.
Op het grote terras aan de voorkant staat een tafeltje met een paar blauwe bistrostoeltjes, volgeladen met potten en manden kleine viooltjes in verschillende tinten blauw en wit (de kleuren van ons huis).
Hier zijn in de border een paar heesters gesneuveld en ook die moeten vervangen worden.
Zo langzamerhand krijgt het lijstje in mijn hoofd de overhand en verdwijnt de dromerige stemming waarin ik me bevond bij aanvang van de wandeling.
Ja, aanpakken geblazen natuurlijk. De natuur heeft haar eigen, simpele manier om je in evenwicht te houden!
Genieten en slenteren door je tuin? Alles goed… maar er moet ook gewerkt worden!
Ik kom weer aan bij de veranda. Hier zit ik nog even te genieten van het vooruitzicht weer buiten te kunnen borrelen en te eten of heerlijk in de ligstoelen een mooi boek te lezen (ja, als al dat tuinwerk gedaan is natuurlijk!)
Wat ben ik toch blij met dit seizoen!
Eigenlijk wel met alle seizoenen. Ze zorgen ervoor dat we alert blijven en dat we oog blijven houden voor de natuur om ons heen.
Ik ga weer naar binnen en zet mijn denkbeeldige lijst om in een van papier.
Ik zet een symfonie van Schubert op. Hij was een natuurliefhebber en een wandelaar. Ik verbeeld het me ook in zijn muziek te horen: de stuwende kracht van het voorjaar is erin te herkennen. Hij zou niet in een tropisch land geboren kunnen zijn en deze muziek gecomponeerd kunnen hebben, denk ik, terwijl ik mijn “to do” lijstje completeer.
Van aarzelende bloei tot afsterven: in de natuur zit de gehele menselijk cyclus verweven!
donderdag 15 april 2010
sjaal...
Verleden week werd ik verrast door een heel lieve geste van een medeblogster.
Ik lees haar weblog regelmatig omdat ze mooi schrijft en interessante verhalen heeft en bovendien heel goed kan handwerken. Voor dat laatste heb ik toch al veel bewondering omdat ik zelf helemaal niet kan handwerken. Ik ben nooit verder gekomen dan het naaien van, destijds, kinderjurkjes en het borduren van letterlappen.
Maar goed, deze blogster dus kan alles: naaien, breien, haken etc. en daarnaast boeiend schrijven.
Een paar maanden geleden toonde ze op haar weblog hele leuke gehaakte sjaaltjes en ik was er meteen weg van. Ik vroeg of ze er ook een voor mij wilde haken, uiteraard tegen betaling.
Dat wilde ze zeker, maar op dat moment was ze niet meer in het bezit van de wol die daar voor nodig was.
We spraken af dat ze, zodra er gelegenheid was, een sjaal zou haken van ecru wol.
Uiteindelijk zou het, na enig heen en weer gemail en met de zomer in het vooruitzicht, toch een sjaaltje van grijze katoen worden.
Ze stuurde me foto’s om de kleuren te laten zien en ik mocht een mooie tint grijs uitzoeken.
Een paar weken later mailde ze dat de sjaal klaar was en dat ze hem zou opsturen zodra ze mijn adres had.
Ik, blij, mailde meteen mijn adres door en vroeg om haar bankrekeningnummer.
Tot mijn stomme verbazing antwoordde ze dat ik de sjaal van haar cadeau kreeg, zomaar omdat ze dat leuk vond en ik mocht niet weigeren. Ik was, behalve verbaasd, ook ontroerd. Iemand die ik niet ken en die mij niet kent… die iemand geeft me zomaar een prachtige sjaal cadeau!
Ik mailde haar natuurlijk dat ik heel erg geroerd was door haar lieve geste en ik vertelde dat ik voortaan steeds aan haar zou denken bij het dragen van de sjaal, hoewel ik natuurlijk niet wist hoe ze eruitzag. Daarop kreeg ik weer een leuke mail met een fotootje van haar waarop ze aan de sjaal werkt en vrolijk boven haar bril omhoog kijkt.
Ik ben al dagen blij, met de sjaal natuurlijk, maar meer nog met die lieve geste, het feit dat iemand zomaar iets weggeeft aan iemand die ze niet kent.
Natuurlijk besefte ik al wel dat geven een mooie daad is, maar ik heb er nooit bij nagedacht om een onbekende zomaar iets te geven.
Geven is echt niet zo alledaags als het lijkt. Natuurlijk, we geven aan geliefden, familie, vrienden. Maar zomaar iets geven aan een vreemde, zonder iets terug te verwachten doen we toch niet vaak? Voor niks gaat de zon op. Voor wat hoort wat. Of hoe die gezegden ook allemaal luiden.
Ik weet nu hoe blij je iemand kunt maken met zulke gestes.
Het heeft me zeer zeker aan het denken gezet en ik ga het voortaan als inspiratie gebruiken!
Ik lees haar weblog regelmatig omdat ze mooi schrijft en interessante verhalen heeft en bovendien heel goed kan handwerken. Voor dat laatste heb ik toch al veel bewondering omdat ik zelf helemaal niet kan handwerken. Ik ben nooit verder gekomen dan het naaien van, destijds, kinderjurkjes en het borduren van letterlappen.
Maar goed, deze blogster dus kan alles: naaien, breien, haken etc. en daarnaast boeiend schrijven.
Een paar maanden geleden toonde ze op haar weblog hele leuke gehaakte sjaaltjes en ik was er meteen weg van. Ik vroeg of ze er ook een voor mij wilde haken, uiteraard tegen betaling.
Dat wilde ze zeker, maar op dat moment was ze niet meer in het bezit van de wol die daar voor nodig was.
We spraken af dat ze, zodra er gelegenheid was, een sjaal zou haken van ecru wol.
Uiteindelijk zou het, na enig heen en weer gemail en met de zomer in het vooruitzicht, toch een sjaaltje van grijze katoen worden.
Ze stuurde me foto’s om de kleuren te laten zien en ik mocht een mooie tint grijs uitzoeken.
Een paar weken later mailde ze dat de sjaal klaar was en dat ze hem zou opsturen zodra ze mijn adres had.
Ik, blij, mailde meteen mijn adres door en vroeg om haar bankrekeningnummer.
Tot mijn stomme verbazing antwoordde ze dat ik de sjaal van haar cadeau kreeg, zomaar omdat ze dat leuk vond en ik mocht niet weigeren. Ik was, behalve verbaasd, ook ontroerd. Iemand die ik niet ken en die mij niet kent… die iemand geeft me zomaar een prachtige sjaal cadeau!
Ik mailde haar natuurlijk dat ik heel erg geroerd was door haar lieve geste en ik vertelde dat ik voortaan steeds aan haar zou denken bij het dragen van de sjaal, hoewel ik natuurlijk niet wist hoe ze eruitzag. Daarop kreeg ik weer een leuke mail met een fotootje van haar waarop ze aan de sjaal werkt en vrolijk boven haar bril omhoog kijkt.
Ik ben al dagen blij, met de sjaal natuurlijk, maar meer nog met die lieve geste, het feit dat iemand zomaar iets weggeeft aan iemand die ze niet kent.
Natuurlijk besefte ik al wel dat geven een mooie daad is, maar ik heb er nooit bij nagedacht om een onbekende zomaar iets te geven.
Geven is echt niet zo alledaags als het lijkt. Natuurlijk, we geven aan geliefden, familie, vrienden. Maar zomaar iets geven aan een vreemde, zonder iets terug te verwachten doen we toch niet vaak? Voor niks gaat de zon op. Voor wat hoort wat. Of hoe die gezegden ook allemaal luiden.
Ik weet nu hoe blij je iemand kunt maken met zulke gestes.
Het heeft me zeer zeker aan het denken gezet en ik ga het voortaan als inspiratie gebruiken!
dinsdag 13 april 2010
37 jaar…
Vandaag waren hubbie en ik 37 jaar getrouwd!
Ik werd verrast met een prachtig boeket en een heerlijk dinertje.
Natuurlijk hebben we (zoals elk middelbaar echtpaar:-) nog even teruggeblikt op ons gezamenlijke huwelijksleven.
We hebben elkaar erg jong leren kennen en zijn ook betrekkelijk jong getrouwd.
Samen hebben we twee dochters die nu 31 en 33 jaar zijn.
We hebben met elkaar een gelukkig, goed en comfortabel leven opgebouwd. Wel iets om blij mee te zijn. Trots hoef je er eigenlijk niet op te zijn, we hebben ook de mogelijkheden en de gelegenheid gekregen.
Heerlijk om nu te zien dat onze dochters en wij gelukkig zijn en alle vier gezond.
Wat kan een mens zich meer wensen?
Natuurlijk ga je rond deze tijd nadenken over het feit dat je zo’n heel groot gedeelte van je leven samen hebt doorgebracht. Wat maakt nu dat wij dit haalden en zoveel anderen niet?
Puur geluk, denk ik. Geluk in die zin dat we een aantal overeenkomsten hebben zoals: gedeelde opvattingen over het leven, we zijn beiden redelijk stabiel en we kunnen accepteren dat je een ander nooit kunt veranderen (jammer, maar helaas:-) Dat maakt al dat je vanuit hetzelfde perspectief kijkt naar het leven en de gebeurtenissen om je heen. Het is leuk om te zien hoe we in die jaren gezamenlijk grote veranderingen hebben doorgemaakt. Er is veel verschil tussen die twee jonge mensen die 37 jaar geleden behoorlijk naïef kozen voor huisje, boompje, beestje. Ze zijn er allemaal gekomen en nog veel mooier dan we ons dat toen konden voorstellen. Maar natuurlijk niet zonder slag of stoot.
Zoals iedereen hebben we ook mindere jaren gekend, moeilijkheden gehad bij het puberen van onze kroost, is er ook verdriet geweest om geliefden die wegvielen.
In elk mensenleven gebeuren dingen die je liever had willen omzeilen of niet had willen doormaken.
Maar hoe boeketreeksachtig het ook klinkt: het maakt je wel sterker.
We weten zeker dat ook in de toekomst niet alles rozengeur en maneschijn zal zijn, maar dat geeft niet.
Het is heerlijk om nog steeds van elkaar te houden en blij te zijn met elkaar. Ook na 37 jaar!
Een vriend zei: Het huwelijk is net als vliegeren. Je moet af en toe vieren en weer inhalen. Anders hou je geen touw meer over.
En zo is het!
Ik werd verrast met een prachtig boeket en een heerlijk dinertje.
Natuurlijk hebben we (zoals elk middelbaar echtpaar:-) nog even teruggeblikt op ons gezamenlijke huwelijksleven.
We hebben elkaar erg jong leren kennen en zijn ook betrekkelijk jong getrouwd.
Samen hebben we twee dochters die nu 31 en 33 jaar zijn.
We hebben met elkaar een gelukkig, goed en comfortabel leven opgebouwd. Wel iets om blij mee te zijn. Trots hoef je er eigenlijk niet op te zijn, we hebben ook de mogelijkheden en de gelegenheid gekregen.
Heerlijk om nu te zien dat onze dochters en wij gelukkig zijn en alle vier gezond.
Wat kan een mens zich meer wensen?
Natuurlijk ga je rond deze tijd nadenken over het feit dat je zo’n heel groot gedeelte van je leven samen hebt doorgebracht. Wat maakt nu dat wij dit haalden en zoveel anderen niet?
Puur geluk, denk ik. Geluk in die zin dat we een aantal overeenkomsten hebben zoals: gedeelde opvattingen over het leven, we zijn beiden redelijk stabiel en we kunnen accepteren dat je een ander nooit kunt veranderen (jammer, maar helaas:-) Dat maakt al dat je vanuit hetzelfde perspectief kijkt naar het leven en de gebeurtenissen om je heen. Het is leuk om te zien hoe we in die jaren gezamenlijk grote veranderingen hebben doorgemaakt. Er is veel verschil tussen die twee jonge mensen die 37 jaar geleden behoorlijk naïef kozen voor huisje, boompje, beestje. Ze zijn er allemaal gekomen en nog veel mooier dan we ons dat toen konden voorstellen. Maar natuurlijk niet zonder slag of stoot.
Zoals iedereen hebben we ook mindere jaren gekend, moeilijkheden gehad bij het puberen van onze kroost, is er ook verdriet geweest om geliefden die wegvielen.
In elk mensenleven gebeuren dingen die je liever had willen omzeilen of niet had willen doormaken.
Maar hoe boeketreeksachtig het ook klinkt: het maakt je wel sterker.
We weten zeker dat ook in de toekomst niet alles rozengeur en maneschijn zal zijn, maar dat geeft niet.
Het is heerlijk om nog steeds van elkaar te houden en blij te zijn met elkaar. Ook na 37 jaar!
Een vriend zei: Het huwelijk is net als vliegeren. Je moet af en toe vieren en weer inhalen. Anders hou je geen touw meer over.
En zo is het!
vrijdag 9 april 2010
integer...
Een poosje geleden was ik uit eten met twee vriendinnen en we kwamen te spreken over integriteit.
Ja, we zijn niet van de straat…dat u dat weet:-)
We hadden een leuke avond met elkaar gehad, lekker gegeten met een wijntje erbij, veel gelachen ook. Het onderwerp integriteit was, op die plek, op die tijd, dus eigenlijk niet zo’n voor de hand liggend gespreksonderwerp.
Nu zijn het, is mijn ervaring, wel vaak de mooiste gesprekken, vanuit niets, beetje geklets over van alles en nog wat en dan ineens…
We vertelden alle drie wat wij vonden dat integriteit was. Grappig, want hoewel we alle drie op één lijn zaten, waren er ook verschillen in opvatting hierover.
Eén van ons vond bijvoorbeeld dat integriteit een voortdurend zelfonderzoek is; een staat van bewustzijn die maakt dat je vanuit een principieel standpunt handelt. Een ander vond dat integriteit: handelen vanuit oprechtheid en in harmonie met je omgeving, is. De derde zei dat integriteit voor haar was dat je je eigen verborgen agenda helder krijgt. Dat je handelt vanuit wie je in essentie bent en niet wie je gelooft te zijn.
Kortom: trouw zijn aan je waarden en er naar handelen.
Maar toen we bij onszelf nagingen of we ons in de praktijk ook altijd zo gedragen viel er toch een (weliswaar kleine:-) stilte.
Want om integer te zijn moet je jezelf geestelijk blootgeven en dat is natuurlijk best bedreigend. Jezelf zijn met alle geheimen, aannames, angsten, onzekerheden etc.…niet gemakkelijk, vonden we alle drie. Je moet eigenlijk alle illusies over jezelf overboord zetten en jezelf eerlijk kunnen zien zoals je bent.
We waren het er roerend over eens dat we per dag tientallen keren anders handelen dan hierboven omschreven. Bewust en onbewust. Waarom?
Ieder had zo zijn eigen redenen/oorzaken: niemand willen kwetsen, jezelf willen sparen, je beter voor willen doen dan je bent, etc.
De verhalen over ons eigen onoprecht handelen duikelden al snel over en door elkaar. Soms ontroerend, vaak hilarisch. We hoorden feiten van elkaar die we nog niet kenden.
Vriendin M. had een verhaal waar we ons best in konden herkennen: ze heeft een schoonfamilie waar verjaardagen een verplicht nummer zijn. Eigenlijk wilde ze daar al tijden onderuit maar durfde het niet te zeggen. Ze belde dan ook op een verjaardag af met de smoes dat ze zich niet goed voelde en liever het bed indook. Het was haar wekelijkse sportavond. Ze ging die avond dus in plaats van naar de verjaardag van haar schoonzus naar de sportclub en dronk, zoals gewoonlijk, na afloop met haar sportmaatje wat in de kantine.
Haar mobieltje had ze op tafel gelegd terwijl ze even naar de WC ging. Toen ze terug kwam vertelde haar sportvriendin dat haar schoonzus op haar mobiel gebeld had en dat zij het gesprek had aangenomen (ze kende de schoonzus ook). De sportvriendin was heel erg verbaasd dat haar schoonzus scheen te denken dat ze zich niet fit voelde. “Nou, ik heb haar verteld dat jij zo fanatiek geroeid heb dat je de score van Harrie hebt verbeterd”. Harrie is haar zwager, de man van haar schoonzus! We lagen dubbel van het lachen.
Nee, integer was het zeker niet maar wel heel erg herkenbaar!
Ja, we zijn niet van de straat…dat u dat weet:-)
We hadden een leuke avond met elkaar gehad, lekker gegeten met een wijntje erbij, veel gelachen ook. Het onderwerp integriteit was, op die plek, op die tijd, dus eigenlijk niet zo’n voor de hand liggend gespreksonderwerp.
Nu zijn het, is mijn ervaring, wel vaak de mooiste gesprekken, vanuit niets, beetje geklets over van alles en nog wat en dan ineens…
We vertelden alle drie wat wij vonden dat integriteit was. Grappig, want hoewel we alle drie op één lijn zaten, waren er ook verschillen in opvatting hierover.
Eén van ons vond bijvoorbeeld dat integriteit een voortdurend zelfonderzoek is; een staat van bewustzijn die maakt dat je vanuit een principieel standpunt handelt. Een ander vond dat integriteit: handelen vanuit oprechtheid en in harmonie met je omgeving, is. De derde zei dat integriteit voor haar was dat je je eigen verborgen agenda helder krijgt. Dat je handelt vanuit wie je in essentie bent en niet wie je gelooft te zijn.
Kortom: trouw zijn aan je waarden en er naar handelen.
Maar toen we bij onszelf nagingen of we ons in de praktijk ook altijd zo gedragen viel er toch een (weliswaar kleine:-) stilte.
Want om integer te zijn moet je jezelf geestelijk blootgeven en dat is natuurlijk best bedreigend. Jezelf zijn met alle geheimen, aannames, angsten, onzekerheden etc.…niet gemakkelijk, vonden we alle drie. Je moet eigenlijk alle illusies over jezelf overboord zetten en jezelf eerlijk kunnen zien zoals je bent.
We waren het er roerend over eens dat we per dag tientallen keren anders handelen dan hierboven omschreven. Bewust en onbewust. Waarom?
Ieder had zo zijn eigen redenen/oorzaken: niemand willen kwetsen, jezelf willen sparen, je beter voor willen doen dan je bent, etc.
De verhalen over ons eigen onoprecht handelen duikelden al snel over en door elkaar. Soms ontroerend, vaak hilarisch. We hoorden feiten van elkaar die we nog niet kenden.
Vriendin M. had een verhaal waar we ons best in konden herkennen: ze heeft een schoonfamilie waar verjaardagen een verplicht nummer zijn. Eigenlijk wilde ze daar al tijden onderuit maar durfde het niet te zeggen. Ze belde dan ook op een verjaardag af met de smoes dat ze zich niet goed voelde en liever het bed indook. Het was haar wekelijkse sportavond. Ze ging die avond dus in plaats van naar de verjaardag van haar schoonzus naar de sportclub en dronk, zoals gewoonlijk, na afloop met haar sportmaatje wat in de kantine.
Haar mobieltje had ze op tafel gelegd terwijl ze even naar de WC ging. Toen ze terug kwam vertelde haar sportvriendin dat haar schoonzus op haar mobiel gebeld had en dat zij het gesprek had aangenomen (ze kende de schoonzus ook). De sportvriendin was heel erg verbaasd dat haar schoonzus scheen te denken dat ze zich niet fit voelde. “Nou, ik heb haar verteld dat jij zo fanatiek geroeid heb dat je de score van Harrie hebt verbeterd”. Harrie is haar zwager, de man van haar schoonzus! We lagen dubbel van het lachen.
Nee, integer was het zeker niet maar wel heel erg herkenbaar!
woensdag 7 april 2010
definitief...
Geregelde lezers van mijn blog zullen zich er niet over verbazen dat geloof, religie, kerk, religieuze instituten, Vaticaan, etc. mij regelmatig lichte temperatuurverhogingen bezorgen!
Zeker de laatste weken heb ik me behoorlijk opgewonden over de hypocrisie binnen de R.K. Kerk en zijn interpretatie van het begrip "de liefde van Christus”.
Voor de goede orde: ik heb niets tegen de geloofsgemeenschap, maar wel tegen het Instituut Kerk. Iedereen mag van mij geloven wat hij of zij wil en verdient respect voor die keuze. Ik wil zeer zeker geen gelovigen beledigen of verwijten maken.
Maar dit is míjn blog, met persoonlijke meningen en ervaringen. En daar wil ik graag kwijt wat mij bezig houdt.
Al ver voordat deze onverkwikkelijke zaken zich afspeelden had ik een behoorlijke aversie ontwikkeld tegen de R.K. kerk. Voor mij stond eigenlijk al op jonge leeftijd vast dat ik het geloof en met name zijn dienaren onwaarachtig en in sommige gevallen zelfs leugenachtig en misleidend vond.
Komend uit een R.K. gezin, gedoopt en opgevoed in de leer, ging ik natuurlijk ook naar een nonnenschool. De eerste ervaringen met onwaarachtig gedrag van geloofsdienaren stammen uit deze tijd. De liefdeloosheid en harde hand van sommige nonnen kan ik me nog helder voor de geest halen. Ik herinner mij nog een aantal gebeurtenissen waarin deze nonnen zo hard, kil en volstrekt ongevoelig handelden dat ik er soms nu nóg door geraakt wordt. Het heeft weinig zin hier die wrede geschiedenissen één voor één te beschrijven. Dan gaat het al gauw op een persoonlijke wraakactie lijken en dat is niet wat me voor ogen staat.
Onze dorpspastoor was een priester met weinig inlevingsvermogen in zijn parochianen. Hij draaide routinematig zijn lesje af op school en in de kerk. Elk huisbezoek moest vergezeld gaan van een “jonkie” (jonge jenever). Regelmatig werd hij dronken door parochianen afgeleverd bij zijn huishoudster.
Op mijn vijftiende mocht ik als hulpleidster mee op een kamp van de padvinderij. Voor het eerst begreep ik toen wat het geheimzinnige gedoe betekende dat ik soms waarnam tussen hoofdleidster en kapelaan, maar tot dan niet begreep. Na de eerste nacht op dit kamp werd het me wél duidelijk.
Toen diezelfde kapelaan een paar weken daarna het huwelijk van mijn zusje inzegende en de “heiligheid” van het huwelijk predikte bezwoer ik mezelf nooit meer naar de kerk te gaan.
In mijn latere leven heb ik heel bewust afstand genomen van het Instituut en de religie. Het speelde in mijn leven geen rol meer en ik werd er ook niet meer mee geconfronteerd.
Tot voor kort.
We hebben allemaal kunnen lezen wat er de laatste weken boven tafel komt aan afschuwelijke feiten. En die feiten liegen er echt niet om:
“Weeskinderen die onder toezicht van de Kinderbescherming stonden zijn misbruikt op rooms-katholieke internaten”.
“Slachtoffers spreken van handtastelijkheden onder de douche en hardhandige verkrachtingen van jonge jongens”.
“Naast het seksuele misbruik was er ook sprake van ernstige mishandeling. Zo werden jongens tot bloedens toe met telefoonboeken geslagen en moesten sommige kinderen hun eigen braaksel opeten”.
“Het bisdom Rotterdam eist in een procedure bij de rechter dat verzekeraar Aegon het bedrag vergoedt dat de rk-kerk heeft betaald aan een meisje dat op twaalfjarige leeftijd door een priester seksueel werd misbruikt”.
“Benedictus XVI heeft, toen hij nog kardinaal was en al een belangrijke functie binnen het Vaticaan vervulde, niets ondernomen tegen een Amerikaanse priester die mogelijk zo'n tweehonderd dove jongens heeft misbruikt”.
“De aartsbisschop van Dublin waarschuwt voor een schokkend rapport, waarin staat dat katholieke priesters duizenden jongeren seksueel hebben misbruikt”.
En zoals deze zijn er nog veel andere, verschrikkelijke zaken. Vreselijk om te lezen en vreselijk om te moeten bedenken wat dit met al die slachtoffers in hun leven heeft gedaan!
En wat me echter wéér onverwacht hard treft is de houding die het Instituut aanneemt t.a.v. deze trieste gebeurtenissen. Gebleken is dat het grote vloerkleed waar vroeger alles onder geveegd werd nog steeds niet verdwenen is!
De kerk doet precies wat ik van ze verwacht!
"Wir haben es nicht gewusst". Kun je het nog vreselijker bedenken?
In plaats van diep door het stof te gaan, beijveren bisschoppen zich om de Paus hun steun te betuigen en de gelovigen ervan te overtuigen vooral niet te veel te geloven van de overdreven mediaberichten.
Omdat ik me hier nog steeds erg boos over maak en me machteloos voel t.o.v. dit grote Instituut, wilde ik toch een daad stellen.
Ik heb me nooit officieel uit laten schrijven uit het Kerkregister. Maar dit ga ik nu doen!
Inmiddels heb ik de brieven die hiervoor nodig zijn geschreven. En dat is eigenlijk nog een heel gedoe want er moeten heel wat brieven met afschriften gestuurd worden naar heel wat instanties.
Terwijl ik dit schrijf liggen de brieven naast me. Zodra ik kopieën heb gemaakt van mijn legitimatiebewijzen, zal ik ze op de bus doen.
Het is niet echt veel maar voor mijn gevoel heb ik toch íets ondernomen!
Zeker de laatste weken heb ik me behoorlijk opgewonden over de hypocrisie binnen de R.K. Kerk en zijn interpretatie van het begrip "de liefde van Christus”.
Voor de goede orde: ik heb niets tegen de geloofsgemeenschap, maar wel tegen het Instituut Kerk. Iedereen mag van mij geloven wat hij of zij wil en verdient respect voor die keuze. Ik wil zeer zeker geen gelovigen beledigen of verwijten maken.
Maar dit is míjn blog, met persoonlijke meningen en ervaringen. En daar wil ik graag kwijt wat mij bezig houdt.
Al ver voordat deze onverkwikkelijke zaken zich afspeelden had ik een behoorlijke aversie ontwikkeld tegen de R.K. kerk. Voor mij stond eigenlijk al op jonge leeftijd vast dat ik het geloof en met name zijn dienaren onwaarachtig en in sommige gevallen zelfs leugenachtig en misleidend vond.
Komend uit een R.K. gezin, gedoopt en opgevoed in de leer, ging ik natuurlijk ook naar een nonnenschool. De eerste ervaringen met onwaarachtig gedrag van geloofsdienaren stammen uit deze tijd. De liefdeloosheid en harde hand van sommige nonnen kan ik me nog helder voor de geest halen. Ik herinner mij nog een aantal gebeurtenissen waarin deze nonnen zo hard, kil en volstrekt ongevoelig handelden dat ik er soms nu nóg door geraakt wordt. Het heeft weinig zin hier die wrede geschiedenissen één voor één te beschrijven. Dan gaat het al gauw op een persoonlijke wraakactie lijken en dat is niet wat me voor ogen staat.
Onze dorpspastoor was een priester met weinig inlevingsvermogen in zijn parochianen. Hij draaide routinematig zijn lesje af op school en in de kerk. Elk huisbezoek moest vergezeld gaan van een “jonkie” (jonge jenever). Regelmatig werd hij dronken door parochianen afgeleverd bij zijn huishoudster.
Op mijn vijftiende mocht ik als hulpleidster mee op een kamp van de padvinderij. Voor het eerst begreep ik toen wat het geheimzinnige gedoe betekende dat ik soms waarnam tussen hoofdleidster en kapelaan, maar tot dan niet begreep. Na de eerste nacht op dit kamp werd het me wél duidelijk.
Toen diezelfde kapelaan een paar weken daarna het huwelijk van mijn zusje inzegende en de “heiligheid” van het huwelijk predikte bezwoer ik mezelf nooit meer naar de kerk te gaan.
In mijn latere leven heb ik heel bewust afstand genomen van het Instituut en de religie. Het speelde in mijn leven geen rol meer en ik werd er ook niet meer mee geconfronteerd.
Tot voor kort.
We hebben allemaal kunnen lezen wat er de laatste weken boven tafel komt aan afschuwelijke feiten. En die feiten liegen er echt niet om:
“Weeskinderen die onder toezicht van de Kinderbescherming stonden zijn misbruikt op rooms-katholieke internaten”.
“Slachtoffers spreken van handtastelijkheden onder de douche en hardhandige verkrachtingen van jonge jongens”.
“Naast het seksuele misbruik was er ook sprake van ernstige mishandeling. Zo werden jongens tot bloedens toe met telefoonboeken geslagen en moesten sommige kinderen hun eigen braaksel opeten”.
“Het bisdom Rotterdam eist in een procedure bij de rechter dat verzekeraar Aegon het bedrag vergoedt dat de rk-kerk heeft betaald aan een meisje dat op twaalfjarige leeftijd door een priester seksueel werd misbruikt”.
“Benedictus XVI heeft, toen hij nog kardinaal was en al een belangrijke functie binnen het Vaticaan vervulde, niets ondernomen tegen een Amerikaanse priester die mogelijk zo'n tweehonderd dove jongens heeft misbruikt”.
“De aartsbisschop van Dublin waarschuwt voor een schokkend rapport, waarin staat dat katholieke priesters duizenden jongeren seksueel hebben misbruikt”.
En zoals deze zijn er nog veel andere, verschrikkelijke zaken. Vreselijk om te lezen en vreselijk om te moeten bedenken wat dit met al die slachtoffers in hun leven heeft gedaan!
En wat me echter wéér onverwacht hard treft is de houding die het Instituut aanneemt t.a.v. deze trieste gebeurtenissen. Gebleken is dat het grote vloerkleed waar vroeger alles onder geveegd werd nog steeds niet verdwenen is!
De kerk doet precies wat ik van ze verwacht!
"Wir haben es nicht gewusst". Kun je het nog vreselijker bedenken?
In plaats van diep door het stof te gaan, beijveren bisschoppen zich om de Paus hun steun te betuigen en de gelovigen ervan te overtuigen vooral niet te veel te geloven van de overdreven mediaberichten.
Omdat ik me hier nog steeds erg boos over maak en me machteloos voel t.o.v. dit grote Instituut, wilde ik toch een daad stellen.
Ik heb me nooit officieel uit laten schrijven uit het Kerkregister. Maar dit ga ik nu doen!
Inmiddels heb ik de brieven die hiervoor nodig zijn geschreven. En dat is eigenlijk nog een heel gedoe want er moeten heel wat brieven met afschriften gestuurd worden naar heel wat instanties.
Terwijl ik dit schrijf liggen de brieven naast me. Zodra ik kopieën heb gemaakt van mijn legitimatiebewijzen, zal ik ze op de bus doen.
Het is niet echt veel maar voor mijn gevoel heb ik toch íets ondernomen!
zondag 4 april 2010
elke maand een gedicht: april 2010
Tijd
Ik droomde, dat ik langzaam leefde ....
langzamer dan de oudste steen.
Het was verschrikkelijk: om mij heen
schoot alles op, schokte of beefde,
wat stil lijkt. 'k Zag de drang waarmee
de bomen zich uit de aarde wrongen
terwijl ze hees en hortend zongen;
terwijl de jaargetijden vlogen
verkleurende als regenbogen .....
Ik zag de tremor van de zee,
zijn zwellen en weer haastig slinken,
zoals een grote keel kan drinken.
En dag en nacht van korte duur
vlammen en doven: flakkrend vuur.
De wanhoop en welsprekendheid
in de gebaren van de dingen,
die anders star zijn, en hun dringen,
hun ademloze, wrede strijd ....
Hoe kón ik dat niet eerder weten,
niet beter zien in vroeger tijd ?
Hoe moet ik het weer ooit vergeten ?
M. Vasalis
Ik droomde, dat ik langzaam leefde ....
langzamer dan de oudste steen.
Het was verschrikkelijk: om mij heen
schoot alles op, schokte of beefde,
wat stil lijkt. 'k Zag de drang waarmee
de bomen zich uit de aarde wrongen
terwijl ze hees en hortend zongen;
terwijl de jaargetijden vlogen
verkleurende als regenbogen .....
Ik zag de tremor van de zee,
zijn zwellen en weer haastig slinken,
zoals een grote keel kan drinken.
En dag en nacht van korte duur
vlammen en doven: flakkrend vuur.
De wanhoop en welsprekendheid
in de gebaren van de dingen,
die anders star zijn, en hun dringen,
hun ademloze, wrede strijd ....
Hoe kón ik dat niet eerder weten,
niet beter zien in vroeger tijd ?
Hoe moet ik het weer ooit vergeten ?
M. Vasalis
donderdag 1 april 2010
Pasen ...
of het vieren van feestdagen…
Ik las in een aantal blogs stukjes over Pasen en feestdagen in het algemeen. Eigenlijk houden die me al een paar dagen bezig. Ik lees veel blogs waar tegenzin in Pasen voorkomt. Waarom verheug ik me er dan wel op?
Eigenlijk vind ik elke feestdag leuk mits je die kunt vieren zonder allerlei, door de commercie opgelegde, toeters en bellen.
Het vieren van o.a. Kerst en Pasen is deel van de christelijke traditie. Nu heb ik mijn R.K. geloof al lang geleden aan de wilgen gehangen (en geloof me: daar ben ik nog nooit zo blij om geweest als de afgelopen weken!) maar toch vieren we die feestdagen nog wel. Want natuurlijk staat er met Kerst een boom bij ons en natuurlijk liggen er siereitjes in een mooie schaal met Pasen. Maar dat is meer omdat we wel van tradities houden dan omdat “het er bij hoort”.
Waar draait het dan wel om bij die feestdagen?
Ik weet vanuit de religieuze achtergrond heus wel dat Pasen gevierd wordt om de opstanding van Jezus te gedenken. Dat Pinksteren de herdenking is van de uitstorting van de Heilige Geest over de gemeente en de stichting van de kerk. Dat met Kerstmis de geboorte van Jesus Christus herdacht wordt.
Maar al die christelijke feiten zeggen me weinig.
Wat is dan voor mij en mijn gezin de waarde van die feestdagen?
Alleen een paar dagen vrij en lekker eten en drinken?
Zoals veel mensen zonder geloof heb ik ook vaak moeite met het zoeken naar de diepere betekenis van deze dagen. Wat maken ze anders dan andere dagen?
Eén van de dingen waarop ik me altijd verheug is de traditionele Kerst- en Paasmuziek.
De Messiah, de Matthäus Passion, de Johannes Passion, de Bach Cantates. Ondanks mijn tegenzin in religies geniet ik hier zeer van. Het verhaal ken ik natuurlijk en belief ik met een korrel zout te nemen maar die muziek…!
Op zich is het luisteren naar deze muziek natuurlijk al bezinning. Als je luistert naar: „Bleib bei uns, denn es will Abend werden” dan voel je je vanzelf één worden met je medemensen, want lijden, angst en eenzaamheid is van alle tijden en universeel.
Toch zit het meest elementaire voor mij toch in het samenzijn met mijn geliefden. Natuurlijk kan dat altijd en hoeft het daar geen feestdag voor te zijn maar het geeft tóch dat tikje extra. Een feestelijke omlijsting. We zijn bij elkaar omdat we van elkaar houden en graag in elkaars gezelschap zijn. En dat kun je niet vaak genoeg vieren!
Fijne Paasdagen allemaal!
Ik las in een aantal blogs stukjes over Pasen en feestdagen in het algemeen. Eigenlijk houden die me al een paar dagen bezig. Ik lees veel blogs waar tegenzin in Pasen voorkomt. Waarom verheug ik me er dan wel op?
Eigenlijk vind ik elke feestdag leuk mits je die kunt vieren zonder allerlei, door de commercie opgelegde, toeters en bellen.
Het vieren van o.a. Kerst en Pasen is deel van de christelijke traditie. Nu heb ik mijn R.K. geloof al lang geleden aan de wilgen gehangen (en geloof me: daar ben ik nog nooit zo blij om geweest als de afgelopen weken!) maar toch vieren we die feestdagen nog wel. Want natuurlijk staat er met Kerst een boom bij ons en natuurlijk liggen er siereitjes in een mooie schaal met Pasen. Maar dat is meer omdat we wel van tradities houden dan omdat “het er bij hoort”.
Waar draait het dan wel om bij die feestdagen?
Ik weet vanuit de religieuze achtergrond heus wel dat Pasen gevierd wordt om de opstanding van Jezus te gedenken. Dat Pinksteren de herdenking is van de uitstorting van de Heilige Geest over de gemeente en de stichting van de kerk. Dat met Kerstmis de geboorte van Jesus Christus herdacht wordt.
Maar al die christelijke feiten zeggen me weinig.
Wat is dan voor mij en mijn gezin de waarde van die feestdagen?
Alleen een paar dagen vrij en lekker eten en drinken?
Zoals veel mensen zonder geloof heb ik ook vaak moeite met het zoeken naar de diepere betekenis van deze dagen. Wat maken ze anders dan andere dagen?
Eén van de dingen waarop ik me altijd verheug is de traditionele Kerst- en Paasmuziek.
De Messiah, de Matthäus Passion, de Johannes Passion, de Bach Cantates. Ondanks mijn tegenzin in religies geniet ik hier zeer van. Het verhaal ken ik natuurlijk en belief ik met een korrel zout te nemen maar die muziek…!
Op zich is het luisteren naar deze muziek natuurlijk al bezinning. Als je luistert naar: „Bleib bei uns, denn es will Abend werden” dan voel je je vanzelf één worden met je medemensen, want lijden, angst en eenzaamheid is van alle tijden en universeel.
Toch zit het meest elementaire voor mij toch in het samenzijn met mijn geliefden. Natuurlijk kan dat altijd en hoeft het daar geen feestdag voor te zijn maar het geeft tóch dat tikje extra. Een feestelijke omlijsting. We zijn bij elkaar omdat we van elkaar houden en graag in elkaars gezelschap zijn. En dat kun je niet vaak genoeg vieren!
Fijne Paasdagen allemaal!
Labels:
geloofsovertuiging,
paasviering,
Pasen,
religie,
zingeving
Abonneren op:
Posts (Atom)