Als ik in de spiegel kijk zie ik een keurige mevrouw terugkijken. Met een tuttig en véél te kort kapsel! Wie is dat mens?
En wat is dat toch met kappers?
Ze knikken alsof ze precies begrijpen wat je bedoelt als je uitlegt dat je “dit niet te kort, daar in laagjes en hier wat langer…” wil hebben. Maar doen? Ha! Geheid is het “daar te lang, dit te kort en in het geheel niet naar mijn zin…”!
Het begint meestal wél goed: bij het uitleggen wordt er begrijpend geknikt en instemmend gemompeld. Bij het haar wassen masseren ze met heerlijk ruikende shampoo en stevige vingers je hoofdhuid. Een fijn gevoel dat je ook meteen op het verkeerde been zet. Je denkt dat de rest dan ook wel in orde zal komen. Maar niks is minder waar!
Steevast ren ik bij thuiskomst regelrecht naar de kraan en probeer er op mijn manier weer iets vertrouwds van te maken. Wat natuurlijk helemaal niet lukt!
Pas na een paar weken lijkt het ergens naar. En net op dat moment hoor ik dan iemand opmerken: wat wordt je haar lang. Je moet eens naar de kapper!
Grrr!