anyone who keeps the ability to see beauty never grows old - Franz Kafka



vrijdag 13 juli 2012

Twee dagen Bandung, twee dagen Cilacap en aankomst Jogyakarta...

Nadat we hoog in de heuvels van Bandung ons hotel hebben gevonden (wat overigens ook nog uren duurde want Bandung is....ja...druk!) zijn we opgelucht dat de Indonesische sfeer hier gelukkig wel aanwezig is.
Later zal blijken dat dat wel ten koste ging van het een en ander, want de muggen worden met een spuitbusje gedood en de enorme zwarte spin die vanuit het verlaagde plafond komt zakken angstaanjagend. Afijn, als alles wat verdelgd moet worden dat ook is, en we ons hebben gewassen onder de douche met een uiterst dun straaltje (en dan is dat een understatement) zitten we weer heerlijk op het dakterras en zien over Bandung uit.
De volgende dag hebben we uitgetrokken voor het bezoeken van het Museum Koperensi Asia Afrika. Er blijken nog wat koloniale gebouwen te bestaan, waaronder dus dit gebouw waar in 1955 de conferentie werd gehouden waarin 29 Aziatische en Afrikaanse landen bijeenkwamen om een gemeenschappelijk standpunt tegen het kolonialisme in te nemen. Het is dus nu het museum waarin je alles rondom deze belangrijke conferentie kunt zien en horen door middel van foto's, kranten, beelden, etc.
Daarna wandelden we langs de Jalan Braga, dat vroeger een van de mooiste straten van Bandung moet zijn geweest. Een klein beetje is er hier en daar nog van te zien, maar het is nu een weg gevuld met zesdubbele files van auto's, scooters en brommers, zoals bijna alle wegen die we tot nog toe zagen. We laten de chauffeur daarom de stad uitrijden, ahum, natuurlijk ook geen lolletje vanwege diezelfde files, en gaan in de bergen ergens in een leuk origineel Indonesisch restaurant met bamboo huisjes en zitkussens, wat drinken en eten. De chauffeur gaat met ons mee en laat zijn eten koud worden omdat hij met ons wil eten.
We worden steeds lastig gevallen door de mevrouw van het verhuurbedrijf die meer geld wil hebben. Geld voor dit en geld voor dat. Omdat dit al een paar keer is gebeurd besluiten we het nu hard te spelen en te zeggen dat we dan geen gebruik meer maken van de diensten van de chauffeur. Hopelijk schrikt ze daar van. In het andere geval zullen we met de bus, trein o.i.d. moeten. Ook de chauffeur wil opeens voor alles en nog wat geld van ons.
Het plan is naar Jogyakarta te rijden, met een tussenstop in Cilacap, een kustplaatsje. Hier slaat bij mij een buikloop toe, waardoor ik een dag misselijk op bed en in de directe nabijheid van een toilet, doorbreng. Ik lees in een dag het boek "Jihad met sambal" van Step Vaassen uit. Heel boeiend boek, zeker als je in het land bent waarover ze schrijft.
Intussen is de chauffeur afgehaakt en huren we een taxibus die ons naar onze volgende bestemming brengt. Naar wat we gehoord hebben is Yogyakarta een fijne stad, met een goed klimaat en vriendelijke mensen. Over dat laatste hebben we overigens niet te klagen, hoewel de corruptie vaak wel doorsijpelt in de gesprekken. Overal is geld mee gemoeid.
Als we in Jogya (zoals de Indonesiers zeggen) aankomen na een mooie maar heel lange rit is het beeld eigenlijk een beetje hetzelfde als in de andere steden. Druk, druk, druk! We dwalen urenlang rond om het hotel te bereiken, maar het schijnt bij niemand bekend te zijn. Pas na een stop bij een politiepost komt er duidelijkheid en rijdt de chauffeur er naar toe.
Het is een typisch Indonesisch hotelletje, met mensen die nog geen twee woorden Engels spreken. Maar de ontvangst is hartelijk en de entourage heel authentiek.
Wordt vervolgd.