anyone who keeps the ability to see beauty never grows old - Franz Kafka



woensdag 30 juni 2010

warm in de bostuin...

Woensdag, mijn vrije dag!
Even wat onkruid uittrekken en wat uitgebloeide planten snoeien, dacht ik vanochtend toen ik opstond. Een snel ontbijtje en hup… de tuin in.
Als ik de verandadeur open, slaat de warmte me al tegemoet.
Gewapend met snoeischaar en snoeimand begin ik aan het regelmatig terugkerende karwei.
Wat heerlijk toch altijd weer om over het schorspad te lopen en tussen de planten en bomen te lopen. Het zonnige gedeelte van de tuin is verleden jaar opnieuw aangeplant met bodembedekkers en her en der bloeiende vaste planten. Het is nog niet vol gegroeid dus staat er steeds behoorlijk wat onkruid tussen. Het raaigras, een vervelend te verwijderen onkruid, moet er regelmatig worden uitgehaald. Verder staat er een overvloed van wat iemand schapenzuring noemde. Ook zo’n vreselijke woekeraar. Ik hoop toch dat volgend jaar de planten zover zijn dat er geen ruimte meer is voor het onkruid! De digitalissen beginnen uitgebloeid te raken. Jammer, ze stonden zo fleurig en vrolijk. Ik verwijder er hier en daar een en snoei wat bruin blad weg.
Ik zie tot mijn genoegen dat de prachtige donkerrode roos die ik uit mijn vorige tuin meenam en die hier nog steeds stond te sukkelen, twéé grote bloemen heeft die heerlijk ruiken. Ik snoei wat dood hout eromheen weg en geef hem wat rozenvoeding. Dat kan wel omdat zijn wortels bedekt zijn en ze dus niet kunnen verbranden in de felle zon.
De vrouwenmantel bloeit in grote bossen aan de rand van het terras. Ik fatsoeneer ze wat en bind zo hier en daar wat op. De buddleia heeft dikke bloeiveren, maar is nog niet open. De clematissen bloeien al wel heel royaal: donkerpaars en lila. De blauwe Campanula portenschlagiana woekert ook de hele tuin door, vooral tegen de muren en treden van het terras op. Maar dat is nu eens een woekeraar die ik gráág zie komen! Ook de andere campanulasoorten bloeien mooi rose, violet en blauw.
De bonte hulst moet weer in bollen moet worden gesnoeid (want dat staat zo leuk aan de rand van de vijver). Maar dat doe ik wel op een dag dat het bewolkt is vanwege de verkleuring aan de bladen.
Ik zie veel verschillende vogels een bad nemen in de vijver. Sommige schudden zich uit op het oude bankje dat aan de vijver staat. Gelukkig heb ik daar nét de grote varen die de hele achterkant van de bank bedekte weggehaald zodat de vogels er heerlijk in het zonnetje kunnen opdrogen. Een grote roek wiegt op en neer op de slappe takken van de sierkers.
Na nog een stuk tuin onkruidvrij te hebben gemaakt besluit ik dat het voor vandaag welletjes is. Pfff…. Een uurtje in de tuin gewerkt: en nu al uitgeput!
Mijn haar, dat een uurtje geleden is gewassen en gedroogd, hangt weer nat om mijn hoofd en mijn lichaam dampt zowat. Mijn tong lijkt een lap leer.
Ik pluk nog even een grote bos vrouwenmantel want dat staat zo leuk in de grote, grijze potten van ruw aardewerk op de lange eettafel.
Als ik met een kop koffie en een koel glas water weer heerlijk op de beschaduwde veranda zit, voel ik me nat, bezweet maar intens gelukkig.
Wat hou ik toch van de zomer!