anyone who keeps the ability to see beauty never grows old - Franz Kafka



donderdag 26 juli 2012

Bali: Ubud, Denpasar en door naar Sumatra...

De rit naar Ubud is ook weer een heel mooie.
De natuur is hier wel wat minder gevarieerd dan in Java, concluderen we. Vooral Oost-Java is heel erg mooi. Misschien iets minder gecultiveerd dan Bali, maar dat vind ik nu juist zo leuk eraan.
De weg gaat weer door de bergen. Weer vallen de vele tempels op, de huistempels die soms behoorlijk groot zijn, maar ook de vele stadstempels. Alle tempels liggen vol offergaven. Merkwaardig is wel dat deze offergaven gewoon blijven liggen. Er liggen dus bergen verdroogd en vertrapt afval naast of achter de altaren.
We bezoeken in Mengwi de Pura Taman Ayun Tempel. Het is het tweede tempelcomplex qua grootte van Bali. Hij werd in 1634 gebouwd en in 1937 bij restauratiewerkzaamheden vergroot tot de huidige omvang.We moeten ons verplicht in de voorgeschreven kledij van sarong en sjerp (vrouwen) en sarong, sjerp en hoofdtooi (mannen) hullen. Het is hilarisch als je dat Hollandse hoofd van Hubbie ziet met een feloranje hoofdtooi. Ik weet niet precies hoe dit hoofddeksel heet, maar dat zal ik nog even opzoeken. Jammer genoeg kunnen we geen gids krijgen ivm een crematie. Het tempelcomplex is imposant en intrigerend. Maar als leek kom je niet goed achter de betekenissen van alle beelden, altaren en torens. Ook met ons reisboek erbij wordt het niet veel duidelijker. Ik neem me weer voor om Google te raadplegen zodra daar gelegenheid toe is.
Aangekomen in Ubud kunnen we wel begrijpen waarom onze vrienden deze plaats twee jaar geleden hebben vermeden. Het is echt toeristisch, en we horen behoorlijk vaak Nederlands om ons heen. Het hotel is gelukkig fijn rustig.
De volgende dag is een marktdag. We gaan eerst naar een marktje van een paar dorpjes verderop. Die is minder toeristisch, maar wel erg rommelig en basic. We komen ontelbaar veel hout- en glasbedrijven tegen op de weg terug. Prachtig tuinmeubilair van teakhout en mooi geblazen glazen voorwerpen. Helaas te zwaar of te kwetsbaar om mee te nemen. We besluiten ons toch maar naar Ubud-stad te begeven. H. gaat een brommer huren om wat mee rond te rijden in de omgeving, Hubbie besluit om een rustige plek te zoeken met een pilsje en A. en ik kopen wat souvenirs voor onze gelieven thuis. We eten in ons hotel en in de avond gaan we de nog ontbrekende hotels aan het Toba-meer in Sumatra boeken. Dat blijkt niet mee te vallen.
Sumatra zal in veel opzichten een verrassing voor ons worden, verwachten we.
De dag erna brengen we de auto weg en de verhuurder brengt ons naar het vliegveld van Denpasar. Vandaar vliegen we weer naar Java (naar Surabaya om precies te zijn) en vandaar weer naar Medan, op Sumatra.
Het vliegtuig waarmee we vliegen heeft nog propellers. Hubbie, die het nooit erg gehad heeft op vliegtuigen, verbleekt! De hele reistijd van 45 minuten is hij opvallend stil!
Aangekomen in Surabaya blijkt ons hotel een superhoog appartementengebouw nabij de christelijke universiteit te zijn. Die avond eten we in een soort mensa, omdat we geen zin hebben om lang te zoeken naar een restaurant. Er heerst totaal geen sfeer maar het eten is uitstekend, zoals bijna overal in Indonesie.
Morgen dus heel erg vroeg op omdat we al om 8.15 uur naar Medan vliegen.
Sumatra, here we come!
Wordt vervolgd.