Nu, in ons huis hier in het bos, hebben we uiteraard rondom ons heen overal bostuin. De tuin wordt omsloten door heel hoge naald- en loofbomen en rododendrons.
Het is wel wennen aan het tuinieren in deze tuin.
Je moet eindeloos onkruid wieden want er zijn bomen en struiken weggehaald en alle opengevallen plekken vullen zich in no-time met onkruid. De varens woekeren, zuring, judaspenning, vingerhoedskruid en wat al niet meer komt overal op en in de vijver groeien de onderwaterplanten als idioten! Nu is tuinieren wel een grote hobby maar om nu dag aan dag met je achterste omhoog onkruid uit te staan trekken is weer iets geheel anders, wat mij betreft! Dat is een oneerlijke strijd waarvan de uitkomst bij voorbaat al bekend is.
Over een aantal plekken heb ik dan ook niet eens een oorlogsverklaring afgelegd; ik geef me bij voorbaat over! Gelukkig komt binnenkort hulp en gezamenlijk krijgen we ze er wel onder, daar ben ik zeker van!
Het gevecht om toch de mooie bossfeer te blijven behouden maar wel de tuin zoveel mogelijk onkruidvrij te houden deed mij denken aan de verhaaltjes uit Le Petit Prince:
(de ietwat wankele vertaling is van mij, voor als je het je afvroeg!)
Verderop in het boekje komt, zoals je weet, de dag waarop de kleine prins besluit weg te gaan van zijn planeet. Hij ruimt z'n planeet op, trekt de laatste sprietjes van de Baobab uit, veegt z'n vulkanen schoon en wil een stolp over de bloem zetten. Dan vraagt de bloem hem vergiffenis en zegt dat ze zich dwaas heeft aangesteld.
Kijk: op dat moment wacht ik nu ook!!