anyone who keeps the ability to see beauty never grows old - Franz Kafka



woensdag 5 oktober 2011

kwijt...

Als ze opendoet zie ik haar geagiteerde gezicht. Ze zegt geen gedag en verdwijnt in de badkamer. Er klinkt geluid van schuivende voorwerpen, laden die dichtgegooid worden en vallende spullen. Ze moppert aanhoudend en op luide toon. Op mijn vraag of ik kan helpen krijg ik geen antwoord. Als ik ga kijken zie ik een overhoop gehaalde badkamer en op mijn aandringen zegt ze dat ze een kam en lipstick zoekt. Ik kijk overal in huis en vind haar toilettas uiteindelijk in de servieskast.
Ik ga koffie zetten. Of zetten...tegenwoordig is de koffie uit een zakje. Vroeger zou ze dat voor geen goud hebben gedronken. Koffiezetkwaliteiten stonden hoog in haar vaandel. Ik kon er niks van, volgens haar. Als ze hoorde dat iemand iets uitgehaald had dat niet door de beugel kon, was ze in staat om te zeggen dat het haar niks verbaasde omdat haar koffie ook al niet deugde:-)
Als we zitten met de koffie, is ze nog steeds onrustig. Ze wil de koekjestrommel pakken en zoekt hem in de linnenkast. Als ze dat in de gaten heeft gooit ze de deur met een harde klap dicht en zegt dat ze eigenlijk ook geen koekjes in huis heeft. Want er wordt hier gestolen als de raven. Zó koopt ze iets en zó is het weer weg. Ze is vergeten dat het jaren geleden is dat ze in een winkel was en dat haar boodschappen door haar dochter worden gedaan. Ik antwoord dat ik geen koekje wil en probeer haar af te leiden door naar haar bloemschikmiddag te vragen. Daar is ze niet geweest en hoe dat leuk geschikte bakje op haar tafel komt weet ze ook niet want "ze doen maar wat, hier".
Bij het tweede kopje koffie wordt ze iets rustiger en ze vraagt hoe het met "de meisjes" gaat. Doen ze het goed op school en hebben ze al een vriendje? Als ik zeg dat onze dochters al jarenlang op zichzelf wonen, partners hebben en heel goede maar drukke banen hebben, zie ik in haar ogen dat ze het niet meer volgt. In de rest van de middag zal ze deze vraag dan ook nog zo’n dertig keer herhalen. Langzaam zie ik de uitdrukking op haar gezicht van boos naar verdrietig veranderen. Als we over haar jeugd praten, het enige waarvan ze zich nog iets herinnert, zegt ze ineens: "kind, ik wou dat onzelieveheer me kwam halen, ik heb er zo genoeg van".
Ik begrijp haar zo goed. Al haar broers, zussen, vrienden zijn overleden. Ze is 92 jaar en het leven zat. Maar haar tengere lijfje is sterk, ze heeft nog zo’n goede fysieke conditie. Alleen haar geest, die laat het afweten, en dat is misschien wel het allerergst.
Ik zie tranen in haar ogen en geef haar een knuffel. Ze was nooit een makkelijke dame, zelfs niet op hoge leeftijd. Nu echter is ze alleen nog maar een verdrietige oude vrouw en mijn hart gaat naar haar uit. Ik probeer haar nog maar eens af te leiden en dat lijkt te lukken.
Als ik weg ga is ze gelukkig weer wat vrolijker.
Ze neemt mijn hoofd tussen haar handen en zegt dat ik voorzichtig moet zijn. Jammer genoeg heeft ze geen snoep in huis voor de "meisjes" maar ik moet ze maar een dikke knuffel geven.
Dat zal ik zeker doen, mam!