anyone who keeps the ability to see beauty never grows old - Franz Kafka



dinsdag 21 februari 2012

auld reekie...

Wat was onze trip naar Edinburgh geslaagd!
Ze kan weer worden bijgeschreven in de lijst van mooie familieherinneringen.
Edinburgh is een mooie stad en heel gezellig. Veel geschiedenis, tradities, cultuur, muziek, etc. Hij (zij?) ligt aan de oostkust van Schotland, aan de zuidzijde van de Firth of Forth en wordt door Schotten Auld Reekie, Oude Rokerd of Stinkerd, genoemd. Die naam stamt uit de 17de eeuw toen er nog geen riolering was. Maar daar is tegenwoordig niks meer van te merken, ik vond de lucht juist heel fris en helder.
De binnenstad van Edinburgh bestaat uit Old Town en New Town. Sinds 1995 staan beiden op de UNESCO Werelderfgoedlijst. De Old Town heeft een hoofdstraat die de Royal Mile wordt genoemd. Hij loopt van Edinburgh Castle naar Palace of Holyroodhouse en het is een aaneenschakeling van prachtige panden, pubs, kerken, monumenten en winkeltjes met veel kilts, dassen en andere geruite waren. We liepen deze Royal Mile de eerste dag al. En ik denk dat we hem, toen we vertrokken, alles bij elkaar wel 5x hebben gelopen!
Edinburgh heeft circa 450.000 inwoners en het Schotse parlement is er gevestigd. Het nieuwe parlementsgebouw is een merkwaardig, maar wel mooi, supermodern gebouw. Geheel anders dan de omringende panden dus.
We bezochten ook o.a. Edinburgh Castle dat gebouwd is op een vulkanische rots. Het wereldberoemde kasteel ligt hoog boven de stad. Hier worden ook de Schotse Kroonjuwelen bewaard. We kregen een uitgebreide cassettegids mee, die gelukkig in "plain English" was, want het Schots is héél erg moeilijk te verstaan. Gelukkig kon mijn dochter, die haar opleiding in het Engels deed en een tijdje in Londen woonde, er meer van verstaan dan ik.
Ook bezochten we The National Museum of Scotland. Ons viel al eerder op dat de displays in Engelse musea afwijken van wat wij gewend zijn. Het sprak ons niet echt aan, maar wat wel mooi is, is dat veel musea gratis entree hebben.
Een van de hoogtepunten vond ik ook onze (600 kilometer lange!) tocht door de Highlands en naar Loch Ness. Het is een bergachtig, dunbevolkt gebied in het noorden van Schotland. Zowel qua landschap als cultuur verschilt het behoorlijk van het Schotse laagland. Door de Scottish Highlands loopt de Great Glen, een dal dat in de ijstijd door gletsjers is uitgesleten. We zagen tot onze verrassing behoorlijk hoge bergen! Deze zijn duizenden jaren geleden gevormd door langs elkaar schuivende aardplaten en er is nu dus een heuvel- en bergachtig gebied met talloze valleien. Ook ontstonden destijds diverse meren, waaronder het beroemde Loch Ness. Dat is 37 kilometer lang en ongeveer 1,6 kilometer breed en de diepte van het meer is 226 meter. Het water in Loch Ness, trouwens in alle lochs, is het meest heldere water dat er bestaat. Dit komt o.a. door de “peat” in de hooglanden waar het water vanaf de bergen doorheen sijpelt, vertelde de gids. De hoogste berg van de Britse Eilanden is Ben Nevis, onze patriottische gids was er heel trots op! Die gids was overigens een verhaal apart. Gehuld in Schots kilttenue, en met een ADHD-achtige houding en -spraak, was hij goed voor veel onderlinge grappen en hilariteit.
Overigens zie je best veel Schotten in kilts lopen. Er werd in het hotel een gala gehouden voor studenten van een bepaalde opleiding en het was leuk te zien dat veel jonge Schotten in officieel Schots tenue liepen.
Wat deden we nog meer?
We shopten wat, praatten heel wat af, dronken (dure, maar heerlijke) wijntjes..geen whisky voor ons!, lieten decadent ons diner op de kamer bezorgen toen we moe waren, aten in bed en lazen, gelijktijdig, onze Engelstalige boeken. De laatste dag luisterden we nog naar een van de vele bandjes die hier in het weekend optreden.
Gegeten hebben we overigens voornamelijk in pubs, wat we beiden leuk vonden. We lieten de “Black Pudding, de Haggis en de Kidney Pies” aan ons voorbij gaan, maar hebben daarentegen genoten van de heerlijke, al dan niet gerookte, Schotse zalm. We aten o.a. in Greyfriars Place, met het gedenkteken van de terriër Bobby, ook wel "Greyfriars Bobby" genoemd (nadat zijn baasje John Gray, een politieman te Edinburgh, overleed, sliep Bobby gedurende 14 jaar bij het graf van zijn baasje op Greyfriars Kirkyard).
We hadden een mooi hotel, dat erg centraal lag, met vriendelijke bediening en van alle gemakken voorzien. De trip was bijzonder geslaagd, natuurlijk voornamelijk door het wederzijdse leuke gezelschap (!) maar niet in de laatste plaats door de stad zelf.
Edinburgh….ik ben er echt niet voor het laatst geweest, daar ben ik zeker van!